Woont en werkt in Kranenburg/Nijmegen. Haar werk bestaat hoofdzakelijk uit tekeningen in groot en klein formaat in houtskool, oilstick en kleurpotlood. Haar tekeningen tonen een bijna grafische benadering. Het experimenteren met zwart/wit, kleur, met verschillende ondergronden en materialen leidt tot nieuwe werkelijkheden. Soms zijn het abstracte landschappen, andere werken zoomen  in op  details of microscopische structuren die worden uitvergroot tot een nieuwe realiteit. Ze is gefascineerd door de cyclus van het leven. dit leidt in haar tekeningen tot thema´s als transformatie, evolutie, groei en verval.

De kracht zit hem in de zoektocht naar evenwicht tussen het grillige, organische en de ordening. Het inzoomen en uitvergroten, samenvoegen van details uit haar omgeving hebben van doen met het intensiveren van kijken: wat is er te zien onder, achter, in dat wat op het eerste, vluchtige gezicht niet zichtbaar wordt. Het `langzame kijken` en de herhaling spelen hierbij een rol. Het beeld kan steeds weer opnieuw betekenis krijgen door hoe en wie er naar kijkt.

“Mijn werk vloeit voort uit aandacht voor het geheel van alles wat leeft; het vegetatieve, animale, minerale. Fossiele vormen en insecten. Plantaardige architectuur, verbindingen die ontstaan en weer vergaan in onverwachte vormen, bouwsels en netwerken. Het gaat er vooral om, door het kijken naar onderwerpen, vaak in mijn directe omgeving, tot een uitsnede uit een geheel te komen. In die omgeving raakt iets me en kan ik een werk gaan opbouwen. In de directheid van het tekenen kan ik me het best concentreren op vorm en op het ontstaan van licht en donker.

Wat mij fascineert zijn de onbegrensde mogelijkheden van vorm. Ik heb grote tekeningen van linosneden gemaakt waarbij de lino als grondvorm fungeerde van waaruit verschillende nieuwe vormen ontstonden. Hierbij ging ik o.a. uit van fossielen die zich in de tijd als gestolde vorm hebben vastgezet. Die hun afdruk hebben achtergelaten. Intrigerend is dat dit over de grenzen van de tijd reikt. Een enorme explosie van vormen die zich hebben vastgezet en na een onvoorstelbare tijd worden blootgelegd.

Ik ga uit van een figuratief beeld en zelfgenomen foto’s vormen meestal het uitgangspunt. Maar in de uiteindelijke tekening gaat het niet meer over het oorspronkelijke beeld. Door in te zoomen, uit te vergroten, beelden samen te voegen en in een ander verband te zetten, ontstaat een uiteindelijk nieuw en voor mij verrassend beeld. Het gaat om het zetten van een lijn en hoe gaandeweg een compositie vorm krijgt, bijgesteld wordt. Dan verdwijnt de oorsprong van het beeld en zijn betekenis.  Dan is enkel het zetten van lijnen, de concentratie en het opgaan in het maken belangrijk.

Ik probeer me tijdens het tekenen open te stellen voor invallen, impulsen, dingen die onder het werken gebeuren. Een deel van het maken gebeurt onbewust. Ik sta open voor toeval en onverwachte verbanden. Het gaat vooral om het kijken zelf, het waarnemen, de blijvende verwondering, het tijdelijke, voortdurend veranderlijke.”

V. Vlasic, curator Kurhaus Kleve;

Ingrid Geerdink tekent het leven dichtbij. Ze is een nauwkeurig waarnemer van haar omgeving, waar ze letterlijk induikt en intens contact mee maakt. Veel werken tonen organische vormen, soms ingezoomd, soms uit de verte. Een geploegd veld heeft dezelfde repetitieve elementen als de close-up van een fossiel.

Mirjam Mariakasih Kho, bij de tentoonstelling ‘Randschap’

Het werk van Ingrid Geerdink speelt zich af in tussenruimten of ‘randschappen’ waar het groeit, wordt en zoekt, op weg naar een ruimte die nog worden zal, groei die nog voltooid wordt, plekken om te zijn. De lijnen op papier gaan de ene keer over beweging, ritme, cadans en dan weer over verstilling, wachten, broeden. Het verlangen naar plekken waar toeval een rol speelt, zonder controle, onverwachte plekken, vindplaatsen waar het schemert.